Kenmerkend voor het oeuvre van Alfelt zijn haar schilderijen van geabstraheerde landschappen. Puntige bergen die tot hoog in de hemel rijken, met erboven een priemende zon of golvende heuvels in zacht gekleurde, dynamische toetsen. Later in haar carrière wordt ook de spiraal een terugkerend motief, dat de levenscyclus van geboorte, leven en dood representeert. Alfelts composities worden gekenmerkt door de afwisseling tussen zachte, ronde lijnen, en harde, geometrische lijnen. Vaak bouwt ze haar compositie volgens een vaste volgorde op. Eerst tekent ze de contouren met potlood, om deze vervolgens in te tekenen met kleur. Naar verluidt vinden met name de Nederlandse Cobra-leden het werk van Alfelt iets te abstract. Het wijkt wat betreft beeldtaal inderdaad af van de bevreemdende en min of meer figuratieve wezens die een groot deel van de Cobra-schilderijen bevolken.
Door de jaren heen is het werk van Alfelt vaak tentoongesteld. Zo vond haar eerste solotentoonstelling plaats in 1941 te Kopenhagen en was haar werk gedurende de jaren 1952-1964 tijdens verschillende tentoonstellingen in het Carnegie Institute of Pittsburgh te bewonderen. In 1976 vond de opening van het Carl-Henning Pedersen en Else Alfelt Museum in Herning, Denemarken, plaats, waar haar werk altijd te zien is.